

Een Theater tussen de Bomen, opnieuw tot leven gewekt.
In de vroege jaren ’50 van de vorige eeuw - terwijl Nederland langzaam herstelde van de wonden van de oorlog - begon er iets nieuws te bloeien: een herwaardering van cultuur. De overheid zag kunst en samenzijn als een manier om gemeenschappen nieuw leven in te blazen. Door het hele land verrezen via de provincies openluchttheaters en buitenpodia, plekken waar mensen onder de blote hemel konden genieten van muziek, toneel en verbondenheid.
%20(002)___serialized3.jpg?etag=undefined&sourceContentType=image%2Fjpeg&ignoreAspectRatio&resize=391%2B293&extract=0%2B0%2B379%2B293&quality=85)
Ook in Nijverdal kreeg dit idee vorm mede dankzij een bijzondere man: dokter Moquette. Met vooruitziende blik en een groot hart voor zijn dorp stelde hij een deel van het Doktersbos beschikbaar en schonk het aan de bevolking van de gemeente Hellendoorn. Wat ooit enkel rust en bomen bood, werd een levendig toneel voor cultuur en ontmoeting. In 1952 werd, verscholen in het groene hart van het Doktersbos, een Openluchttheater geboren met plaats voor maar liefst 800 bezoekers. Hier kwam het publiek tot leven, jarenlang vermaakt door o.a. toneelgroep V.I.O.S., waarin lokale spelers met liefde voor het vak het bos vulden met applaus en verhalen. Tot in de jaren ’80 het doek viel en stilte neerdaalde over het podium. Het theater raakte in verval.
De enige gebruikers waren nog de gezamenlijke kerken in de gemeente, die jaarlijks met Pinksteren twee kerkdiensten in de open lucht hielden. De schoonheid van de plek werd door hen gezien. Eén van die mensen was Els Schuurman, die heilig geloofde in de kracht van het Openluchttheater. In overleg met de Gemeente, deed ze een oproep in de krant aan de bevolking, waarin ze haar zorgen uitte over de toestand van het theater. Ze hoopte op medestanders om het theater nieuw leven in te blazen. Er gloorde hoop. Er stond één vrouw op die alles zou veranderen: Geja Krans-van Aartsen.
Els en Geja bundelden hun krachten, riepen de hulp in van de lokale en regionale pers, de Lokale Omroep Hellendoorn en de Gemeente Hellendoorn. Met ongekende toewijding en een indrukwekkend netwerk brachten zij een enthousiaste groep van ruim tien vrijwilligers op de been, ieder met een brede achterban. Zij bliezen begin jaren ’90 nieuw leven in het vergeten theater.
De vergeten plek werd een bouwplaats vol activiteit. Met spades, hamers en vastberadenheid werd het theater opgeknapt. De oude koek- en zopietent werd afgebroken, het oude regiehok en de banken werden opgelapt, de elektrische bedrading en verlichting werden verbeterd. In 1992 werd door hen zelf met subsidie van de Gemeente Hellendoorn en de Provincie Overijssel ’t Theaterhuus gebouwd met ruimte voor artiesten, een keuken, kassaruimte en toiletten voor de bezoekers. Met hulp van lokale ondernemers én een jaarlijkse subsidie van de Gemeente Hellendoorn volgden In de jaren daarna de bouw van een kiosk, nieuwe banken met leuningen, en de verbetering van het podium, de paden en de verdere entourage. Ook slaagde de groep erin om ’s zomers een leuk programma te bieden. Langzaam keerde de magie terug. Er klonk weer muziek tussen de bomen, kleine en grote voorstellingen vonden hun weg naar het podium en bezoekers genoten opnieuw van cultuur onder de sterrenhemel.
2000 werd een keerpunt. Het Openluchttheater fuseerde met het Spoortheater. Geja Krans trok zich terug en liet het Openluchttheater over aan de beroepskrachten van het Spoortheater met Jos van den Born aan het hoofd en de Culturele Raad Hellendoorn. Helaas kwamen er twee jaren met veel regen, het Openluchttheater leed flinke verliezen. Hierop besloot het bestuur van het Spoortheater zijn aandacht te richten op de bouw van een nieuw theater in het centrum van Nijverdal, en het Openluchttheater voorlopig te laten rusten. In 2002 doofde het vuur in het Openluchttheater. Wat resteerde was een verlaten podium midden in het bos, kwetsbaar voor vandalisme, met alleen de Pinksterdienst die af en toe de stilte brak.
Het Spoortheater werkte in die tijd nauw samen met de Bibliotheek en de Culturele Raad Hellendoorn en zij besloten op 1 januari 2007 verder te gaan als de cultuurorganisatie ZINiN. In maart van datzelfde jaar opende het nieuwe ZINiN-theater zijn deuren in het Huis voor Cultuur en Bestuur in Nijverdal. Een jaar later werd er ook het Toeristisch Bureau Hellendoorn aan toegevoegd.
Terwijl ZINiN op volle toeren draaide, ontstond er opnieuw ruimte om het Openluchttheater nieuw leven in te blazen. Chris Funk en Alby Mulder zagen het potentieel en sloegen de handen ineen.
Geja Krans sloot zich opnieuw aan, vastberaden om het Openluchttheater weer tot een bruisende plek te maken. Na enkele vergaderingen werd haar gevraagd de coördinatie op zich te nemen, een uitdaging die ze met enthousiasme aannam. Ze vormden een toegewijd team en samen bouwden ze aan een nieuw succesverhaal.

In 2009 stroomden de eerste bezoekers weer binnen. Vrijwilligers brachten het theater opnieuw tot bloei: van techniek tot horeca, van publiciteit tot programmering, maar ook met de bouw van betere faciliteiten. Dankzij Krans’ tomeloze inzet kwam er zelfs een overkapping en werd de kiosk vernieuwd met behulp van Leader subsidies uit Europa. Hoogtepunten als Doktersbos Rock, het Lullaby Festival en legendarische optredens van Infloyd en De Dijk gaven het theater landelijke uitstraling. Ook zag een eigen toneelgroep het licht: de Gagelspöllers.
Het Openluchttheater drijft op de inzet van een indrukwekkende groep van meer dan 50 enthousiaste vrijwilligers die zich inzetten voor Techniek, Horeca, Muntverkoop, Kaartcontrole en de Klusploeg. Dankzij hun toewijding is het theater uitgegroeid tot een prachtige plek waar artiesten graag optreden en publiek zich welkom voelt. Op de foto zien we slechts een klein deel van deze onmisbare groep: enkele leden van de Klusploeg en Techniek , v.l.n.r. Geja, Gerard, Johan, Micky, Anton, Marinus en Milly, die symbool staan voor de collectieve inzet van alle vrijwilligers achter de schermen.
Toch was voor Geja Krans nooit enkel het podium dat telde, maar ook de mensen erachter: de vrijwilligers die met toewijding zorgden voor warme, toegankelijke avonden. Onder hun handen groeide het Openluchttheater uit tot een bastion van saamhorigheid en cultuur. Ze bleef vrijwillig coördinator tot najaar 2019, waarna ZINiN de organisatie voortzette. Geja en haar grote groep medevrijwilligers blijven zich echter inzetten om het Openluchttheater een plek van plezier te laten blijven voor jong en oud, arm of rijk, uit de regio en uit het hele land.
Het Openluchttheater Nijverdal, onderdeel van ZINiN, is een uniek theater, gelegen in het hart van het Doktersbos. Verscholen tussen het groen biedt het een intieme, sfeervolle setting met een breed aanbod aan voorstellingen voor jong en oud. In de zomermaanden ervaar je hier theater zoals het ooit bedoeld was: puur, direct en onder de open hemel.
Het theater lééft. Niet alleen in herinneringen, maar in elke voorstelling, elk gelach dat weerkaatst tussen de bomen, en in elke vrijwilliger die met hart en ziel het verschil maakt. En juist daarom blijft deze plek bestaan, voor wie er nu komt, en voor wie nog zal komen.
Juli 2025 Peter Stevens-Nijverdal Objectief

De Sprengenberg is een huis op de heuvel Sprengenberg bij Haarle, gemeente Hellendoorn, gebouwd in de jaren 1898-1910 in opdracht van A.A.W. van Wulfften Palthe (1851-1929). Het huis wordt in Salland vaak de Palthetoren genoemd. Omwonenden spreken meestal van de Villa. Het bijbehorende landgoed De Sprengenberg is een natuurgebied in beheer bij Natuurmonumenten en maakt deel uit van het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug, het is vrij te bezoeken. Het huis is niet open voor publiek.
Badhuisje bij De Sprengenberg is nu een Rijksmonument.
Het badhuisje ligt vlakbij de Palthetoren in het bos en hoort bij een zwemvijver die regelmatig door de eigenaren van het landgoed en hun familieleden werd gebruikt. Het huisje dateert uit het einde van de negentiende eeuw. Volgens de RCE gaat het om een zeldzaam object op een buitenplaats. Slechts enkele in Nederland worden aangemerkt als rijksmonument. Het nieuwe rijksmonument is van stichting Huis Bergh. De monumentenstatus betekent dat het badhuis volgend jaar kan worden gerestaureerd. Ook de contouren van de bijbehorende zwemvijver worden dan weer zichtbaar gemaakt.

Palthe woonde in Almelo en bezat het land rond de heuvel, waar hij geregeld joeg. In 1898 liet hij een theekoepeltje bouwen waar men kon bijkomen van de jacht en eventueel met enkele personen logeren. In de jaren daarna liet hij architect Karel Muller diverse uitbreidingen ontwerpen zoals de galerij en de toren. Palthe, die met twee broers de Palthe textielfabrieken had opgericht, was zeer geïnteresseerd in de nieuwste technieken en paste deze toe in het landhuis. Zo was het huis geheel zelfvoorzienend met een eigen waterput en Amerikaanse windmolen om stroom op te wekken. Bij het huis hoorde ook een kolk met een badhuisje. Dit gebouwtje bestaat nog, het wordt door de inwoners van het nabije Haarle wel het heksenhuisje genoemd.
Aanvankelijk was het huis bedoeld als jacht- en vakantiehuis, maar later ging Palthe er zelf wonen. Zijn vrouw, Maria Aurelia Engberts, had namelijk last van reumatiek en had baat bij de droge omgeving. Palthe had in de jaren 1910/20 op de bij het huis gelegen heide een eigen vliegveldje. Na zijn dood in 1929 heeft zijn ongetrouwde dochter, Maria Aurelia van Wulfften Palthe, er gewoond tot haar dood in 1961. Na de Tweede Wereldoorlog raakte het huis steeds meer vervallen. De exploitatie van het land bracht te weinig op en het land is door de familie verkocht: het is nu gedeeld eigendom van Natuurmonumenten en de Stichting Huis Bergh. Het huis De Sprengenberg is door de Stichting voor een symbolisch bedrag in erfpacht gegeven aan de afstammelingen van Palthe, verenigd in Vereniging De Sprengenberg. Sindsdien is het huis grondig opgeknapt.
Camp Nijverdal
Nijverdal transformeert in een levend historisch tafereel tijdens Camp Nijverdal 2025. De straten gonzen van verhalen uit het verleden, terwijl imposante militaire voertuigen hun kracht en karakter tentoonstellen. Het is een tijdmachine zonder grenzen—een duik in de geschiedenis waar je de geur van motorolie en de echo van vrijheid bijna kunt voelen.
Stel je voor: een colonne legervoertuigen rolt langzaam door het dorp. Gepantserde wagens, robuuste jeeps en machtige tanks—elk met een verhaal, een verleden, een missie. De glanzende lak en verweerde onderdelen spreken boekdelen over hun reis door tijd en conflict. Enthousiaste liefhebbers bestuderen elk detail, van de knetterende motoren tot de iconische emblemen op de flanken. Dit is geen gewone expositie; het is een eerbetoon aan de machines die ooit symbool stonden voor strijd, overwinning en bevrijding.
De Liberty Tour Twente brengt deze voertuigen tot leven, en bezoekers krijgen de kans om ze van dichtbij te bewonderen. Sommige machines worden zelfs gestart, zodat het diepe geronk van de motoren de lucht vult—een geluid dat ooit vrijheid betekende voor velen. Het Vrijheidsmuseum voegt hier een extra laag aan toe door hun samenwerkingen en exposities, die inzicht geven in het militaire erfgoed en de mensen achter de geschiedenis.
Camp Nijverdal is geen stilstaande herinnering, maar een bruisende beleving. Het is de kans om de oude voertuigen niet alleen te zien, maar ook te voelen, te ruiken en te horen. Een evenement waar geschiedenis geen stoffige bladzijde is, maar een rollend spektakel op wielen. Het weer was vandaag geweldig en duizenden bezoekers hebben hun ogen uitgekeken en genoten van hun rondgang door de zandkoele van Spiekereppie
Gaat jouw hart sneller kloppen bij het zien van deze legendarische voertuigen
De sociale transformatie van Hellendoorn: Hoe Stichting Hellendoorn groeide.
In de vroege jaren vijftig onderging Hellendoorn een opmerkelijke sociale en culturele transformatie. Het begon allemaal met Kees Jongejan, die als beheerder van de Nijverdalse Jeugdherberg Doevenbree een bescheiden initiatief opstartte. Zijn idee was simpel maar effectief: handenarbeidclubs voor zowel kinderen als volwassenen. Deze clubs groeiden al snel uit tot levendige ontmoetingsplekken, waar bewoners samen leerden, creëerden en verbonden werden door gemeenschappelijke interesses.

Het succes van deze clubs leidde eind 1952 tot de oprichting van een officiële organisatie: de Stichting voor Sociaal en Cultureel Werk in de Gemeente Hellendoorn, beter bekend als Stichting Hellendoorn. Deze stichting werd het kloppend hart van allerlei activiteiten die de gemeenschap verrijkten, waarbij het belang van vrijwilligerswerk centraal stond.
Van badhuis tot cultuurcentrum
De stichting kreeg al snel behoefte aan een eigen ruimte en vond onderdak in het voormalige badhuis van zwembad Duivecate, dat omgedoopt werd tot De Duiventil. Hier konden de activiteiten zich verder ontwikkelen en uitbreiden. In de beginjaren draaide de stichting volledig op vrijwilligers, maar in 1955 werd de eerste beroepskracht aangenomen om de groeiende organisatie professioneel te ondersteunen.
Met de jaren bleef de stichting floreren. Tegen 1966 was De Duiventil echter te klein geworden en werd uitgekeken naar een grotere locatie. Uiteindelijk viel de keuze op het Gebouw voor Christelijke Belangen aan de Spoorstraat in Nijverdal. Na een grondige verbouwing werd het in 1970 heropend als Ons Gebouw, waarin onder andere de populaire Black Bar gevestigd was—aantrekkelijk voor jongeren die een sociale plek zochten.
Hellendoorn kende ook zijn eigen sociale ontwikkelingen. In hetzelfde jaar werd het oude gemeentehuis omgevormd tot een buurthuis en kreeg het de toepasselijke naam ’t Noaberhuus, wat een warme ontmoetingsplek werd voor buurtbewoners.
De kracht van vrijwilligers
Door de uitbreiding van de stichting ontstonden er afzonderlijke secties voor Hellendoorn en Nijverdal, elk met hun eigen bestuur. Een derde sectie richtte zich specifiek op de Molukse gemeenschap en had daarvoor een eigen Molukse beroepskracht in dienst.
In 1976 was de inzet van vrijwilligers enorm gegroeid: er waren inmiddels driehonderd actieve vrijwilligers en acht personeelsleden. Dit toonde hoe diepgeworteld de stichting inmiddels was binnen de gemeenschap. De financiële steun nam ook toe—de jaarlijkse omzet steeg van een bescheiden 2.300 gulden bij de oprichting naar een indrukwekkende 650.000 gulden, waarvan 500.000 gulden afkomstig was uit subsidies van het Rijk en de gemeente.

Een dynamisch activiteitenaanbod
Wat begon met simpele handenarbeid clubs groeide uit tot een breed scala aan sociale en culturele activiteiten. De stichting ondersteunde kinderclubs, dansgroepen, tafeltennisverenigingen, kookcursussen, balletlessen, jongerensozen, exposities en vakantieweken voor kinderen. Maar ook buurtwerk, gymnastiekclubs, wijkverenigingen, opvang voor alleenstaanden en initiatieven om de leefbaarheid van kleinere gemeenschappen te vergroten, maakten deel uit van het uitgebreide programma.
Veranderingen en een nieuwe koers
Rond 1970 veranderde de sociale dynamiek in Nederland. Jongeren waren actiever en er ontstonden nieuwe uitgaansgelegenheden zoals Topcorner, Studio Pub en Quasi Modo. Bovendien kwamen er steeds meer wijk- en buurtverenigingen bij, waardoor de sociale infrastructuur in Hellendoorn en Nijverdal werd uitgebreid.
De stichting paste zich aan de veranderende maatschappij aan, vooral door nieuwe regels van de Rijksoverheid. Subsidies werden niet langer rechtstreeks toegekend, maar liepen via gemeenten die vierjarenplannen moesten opstellen. Dit dwong de stichting om een andere koers te varen. In plaats van zelf culturele activiteiten te organiseren, richtte Stichting Hellendoorn zich voortaan op het ondersteunen en coördineren van bestaande verenigingen en initiatieven.
Er werden drie nieuwe samenwerkingsverbanden gevormd: cultuur, vormings- en ontwikkelingswerk, en samenlevingsopbouw. Deze samenwerking leidde uiteindelijk tot de oprichting van Stichting De Welle eind jaren negentig, waarin ook de Stichting Welzijn Ouderen werd opgenomen. De Molukse gemeenschap behield echter haar eigen identiteit binnen de stichting onder de naam Bunga Tandjung, met een eigen beroepskracht.
Een blijvende impact
Stichting Hellendoorn heeft zich in de loop der decennia bewezen als een onmisbare pijler in de gemeenschap. Wat ooit begon als een kleine sociale revolutie in de jaren vijftig, groeide uit tot een organisatie die mensen verbond en hun levens verrijkte. Vandaag de dag leeft de erfenis van deze beweging voort in de initiatieven die nog steeds bijdragen aan het sociale welzijn van Hellendoorn en Nijverdal.
Gebouw voor Christelijk belang / Ons Gebouw / Spoortheater
De oorsprong: Een plek van geloof en gemeenschap

Toen het Gebouw voor Christelijk Belang in Nijverdal werd opgericht, was het een centrum van samenkomst voor gelovigen. Hier vonden diensten, bijeenkomsten en activiteiten plaats die de christelijke gemeenschap bij elkaar brachten. De muren droegen verhalen van bezinning, samenzang en verbondenheid, en de deur stond altijd open voor iedereen die steun of zingeving zocht.
Van religie naar bredere maatschappelijke betrokkenheid
Na verloop van tijd veranderde de functie van het gebouw. Het werd steeds vaker gebruikt voor uiteenlopende evenementen die niet per se religieus van aard waren. Met deze verandering kwam ook een nieuwe naam: Ons Gebouw. Onder deze vlag groeide het uit tot een echte ontmoetingsplaats waar verschillende groepen uit de samenleving samenkwamen. Hier werden lezingen gehouden, sociale bijeenkomsten georganiseerd en vonden gemeenschappelijke activiteiten plaats die de inwoners van Nijverdal samenbrachten.
Een artistieke metamorfose: Het Spoortheater
De grootste transformatie kwam toen het gebouw een culturele bestemming kreeg en werd omgevormd tot het Spoortheater. Dit was een plek waar kunst en creativiteit tot leven kwamen. Theaterliefhebbers verzamelden zich hier om voorstellingen te bekijken, muzikanten brachten hun melodieën ten gehore en kunstenaars kregen een podium om hun werk te tonen. Met deze verandering werd het gebouw een essentieel onderdeel van het culturele leven in Nijverdal, een plaats waar verhalen werden verteld en emoties gedeeld.
De laatste herontwikkeling: Van geschiedenis naar toekomst
Hoewel het theater een geliefde locatie was, bracht de tijd nieuwe ontwikkelingen met zich mee. Het terrein van het voormalige Spoortheater werd her ontwikkeld en omgevormd tot een moderne woonlocatie. In totaal verrezen 53 duurzame appartementen op de hoek van de Schoolstraat en Parallelweg, verdeeld over drie woongebouwen. Eén van deze gebouwen kreeg een gevel die bewust verwijst naar het oorspronkelijke pand, een eerbetoon aan de historie van de plek. Dit detail werd opgenomen op verzoek van de Historische Kring Hellendoorn-Nijverdal, zodat de herinnering aan het gebouw levend blijft.

De nieuwe woningen zijn ontworpen met duurzaamheid in gedachten, voorzien van moderne gemakken zoals vloerverwarming en zonnepanelen. In november 2021 ontvingen de eerste bewoners hun sleutels en begon een nieuw hoofdstuk voor deze bijzondere locatie.
Een plek die zich steeds opnieuw uitvindt
De transformatie van het Gebouw voor Christelijk Belang laat zien hoe een locatie zich kan blijven ontwikkelen, aangepast aan de tijd en de gemeenschap die er gebruik van maakt.
Van een centrum voor geloof en saamhorigheid naar een cultureel knooppunt en uiteindelijk een woonlocatie die de historische betekenis eer aandoet—dit gebouw is een tastbaar symbool van Nijverdals evolutie. Terwijl de bewoners hun nieuwe thuis vormgeven, blijft de geschiedenis van de plek voortleven in de herinneringen van het dorp.
Havezate Schuilenburg

Foto; Gertie Jacobs. Foto landschap november 2020 gecombineerd met de tekening van het kasteel uit 1732
Schuilenburg was een havezate op de grens van de Sallandse buurtschappen Hulsen en Eelen in de gemeente Hellendoorn. De huidige buurtschap Schuilenburg heeft zijn naam aan de voormalige havezate te danken.
In de negentiende eeuw dacht men nog dat Schuilenburg de plaats was van waaruit hertog Lotharius van Saksen in 1123 optrok om Deventer te belegeren. Inmiddels is die theorie achterhaald. Schuilenburg kreeg deze naam namelijk pas nadat de familie Van Schuilenburg eind veertiende eeuw haar intrede deed op dit huis. Daarvoor en nog geruime tijd daarna heette het huis Ter Molen. Bij het huis hoorde zowel een watermolen op de rivier de Regge als een windmolen.
Het wordt voor het eerst genoemd in 1339 als Johan van der Molen zijn huis, sael ende hoff, geheten toe der Moelen ende dat swanenflott, het windrecht en de molens van het kerspel Hellendoorn, de haven te Eelen aan Johan van Almelo verkoopt. Deze was sinds 1333 al eigenaar van de Hof te Hulsen. Vervolgens kwam het aan diens zoon Albert van Hulsen. Alberts dochter Hadewich trouwde met Sweder van der Schulenborg, afkomstig van de gelijknamige burcht bij Silvolde.
Sweder die aan de kant van de Heeckerens stond in de strijd tussen de Heeckerens en Bronckhorsten en ook in Overijssel tweedracht probeerde te zaaien, viel bovendien kooplieden uit Deventer, Kampen en Zwolle lastig. Uiteindelijk resulteerde dit in het beleg van Ter Molen dat vervolgens gesloopt werd.
Door het huwelijk van Sweders nazaat Hadewich van der Schulenborg kwam Ter Molen aan de familie Van Boetzelaer uit het hertogdom Kleef en daarna aan Van Ketteler. In de Tachtigjarige Oorlog lag er eerst een Staats garnizoen onder bevel van kapitein Pruyst op de Schuilenburg. In 1585 werd het door de Spanjaarden ingenomen totdat het in 1592 weer in Staatse handen kwam. Begin 17e eeuw nam Spinola het in, totdat hij het bij ingang van het Twaalfjarig Bestand in 1609 moest opgeven. Frederik Willem van Ketteler verkocht Schuilenburg in 1644 aan Johan II van Raesfelt tot Twickel. Na diens overlijden in 1648 kreeg zijn jongste zoon Wennemar de havezate Schuilenburg. Het huis had danig te lijden tijdens de jaren dat Bernhard van Galen Overijssel in zijn macht had. Na Wennemars kinderloos overlijden kwam het aan zijn broer Hendrik van Raesfelt tot de Ehze. Door het huwelijk van zijn dochter Agnes Sophia met Johan Zeger van Rechteren tot Rechteren in 1685 kwam het aan de Van Rechterens die het tot 1854 zouden bezitten. Het huis raakte in de achttiende eeuw in verval. In 1775 was het al bijna helemaal afgebroken.
In 1853 verkocht Willem Reinhard Adolf Karel graaf van Rechteren Limpurg de Schuilenburg op een veiling. Godfried Salomonson (1794-1867), directeur van de K.S.W. te Nijverdal, kocht de Schuilenburg (als gemachtigde) voor Thomas Wilson (Clayton, 1788 - Londen, 1867), directeur van een blekerij te Haarlem. Diens zoon Johan Waterloo Wilson (Brussel, 16 mei 1815 - 1883) liet een nieuw huis bouwen op de aanhorige gronden aan de overzijde op het erf Goos. Thomas Jr. (1840-1890), de zoon van JW, plaatste de gevelsteen met het inschrift TW-JWZ. In 1883 verkocht Thomas Jr. de havezate aan mr. Sjoerd Vening Meinesz die al eigenaar was van het nabijgelegen landgoed Eelerberg.
Schuilenburg lag aan het riviertje de Regge. Deze rivier vormde een onderdeel van de waterweg tussen Zwolle en Almelo. Bij Schuilenburg was een schutstal. Om voor voldoende water voor de watermolen te zorgen was er een stuw met schutten in de Regge aangelegd. Deze stuw zorgde voor wateroverlast voor de boeren stroomopwaarts. Bij Schuilenburg kruiste de weg van Zwolle naar Twente, de Twentseweg, de Regge. Bij de brug over de Regge bevond zich op de westelijke oever een herberg die ook Schuilenburg werd genoemd.
Van het kasteel zelf is niets bewaard gebleven. Het bouwhuis bleef tot halverwege de negentiende eeuw staan.
De bakstenen boogbrug over de binnengracht is gereconstrueerd aan de hand van een prent uit 1733.
Van de onder Schuilenburg horende boerderijen is onder andere Bouwhuis uit 1727 bewaard gebleven dat als rijksmonument beschermd
Bronnen; Wikipedia. evers, A.J en A.J. Mensema, De havezaten in Salland en hun bewoners, Alphen a/d Rijn, 1983, p.189-197. - Schutten, G.J., Varen waar geen water is. Reconstructie van een verdwenen wereld. Geschiedenis van de scheepvaart ten oosten van de IJssel van 1300 tot 1930, Hengelo, 1981, p.40-45. - Vening Meinesz, F.A., Het kasteel Schulenborg bij Hellendoorn vroeger Ter Molen geheten in: Verslagen en Mededeelingen van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis 73e stuk, 1958, Digitaal.
.jpg?etag=undefined&sourceContentType=image%2Fjpeg&ignoreAspectRatio&resize=300%2B129&extract=25%2B8%2B244%2B120&quality=85)
KvK 69052506
BTW NL001270672B34
Whatsapp 06 1722 7140
Email info@nijverdalobjectief.nl
Website www.nijverdalobjectief.nl