STRAATNAMEN IN DE GEMEENTE HELLENDOORN
Veel straten en wegen in onze Gemeente zijn vernoemd naar bekende inwoners. We gaan op deze pagina proberen de personen achter de straten te beschrijven. Deze pagina zal voortdurend worden bijgewerkt en zal wel nooit echt af zijn. We zouden het zeer op prijs stellen wanneer je een straatnaam weet, die we niet hebben beschreven, die aan ons meldt op info@nijverdalobjectief.nl. Indien mogelijk ook over de achtergrond en de aanleiding voor het vernoemen van de persoon. Ook foto's zijn welkom.
Meester Tijhuisweg Nijverdal
Albertus Tijhuis was 40 jaar lang schoolhoofd van de R.K. basisschool St.Antonius en actief betrokken bij het katholieke verenigingsleven. Tijdens de oorlog was hij commandant van een verzetsgroep. Daarvoor kreeg hij in 1983 postuum het verzetskruis uitgereikt. Bij de onthulling van het straatnaambord zullen de kinderen van meester Tijhuis een rol vervullen.
Leo ten Brinke Park Nijverdal
Leo ten Brinke was grafisch ontwerper en kroegbaas van Studio-Pub. In 1975 tekende hij op de achterkant van een bierviltje de eerste schetsen van een tunnelplan dat nu bekend staat als de Salland Twente Tunnel. Voor veel Nijverdallers was er maar één naam mogelijk voor de combitunnel N35: de 'Leo ten Brinke Tunnel'. Toch is hier niet voor gekozen. Maar het park bovenop de tunnel is wel naar hem vernoemd.
Burgemeester H.Boersingel Nijverdal
Huib Boer (Giessendam, 1938 – 7 maart 1994) was een Nederlands politicus van de ARP en later het CDA. Na de mulo ging hij in 1954 werken bij de gemeentesecretarie van Giessenburg. Daarna werkte hij nog op de gemeentesecretarieën van Rijnsburg en Alphen aan den Rijn voor hij in 1967 de gemeentesecretaris van Heusden werd. In augustus 1970 volgde zijn benoeming tot burgemeester van de gemeenten Groot-Ammers, Langerak en Nieuwpoort als opvolger van zijn partijgenoot Jan Brouwers die sinds 1939 gedurende 31 jaar burgemeester van die drie Zuid-Hollandse gemeenten was geweest. In maart 1977 werd hij burgemeester van de Zeeuwse gemeente Reimerswaal en in 1986 volgde zijn benoeming tot burgemeester van Hellendoorn. Op 7 maart 1994 overleed Boer plotseling op 56-jarige leeftijd aan een aneurysma.
In Nijverdal zijn diverse straten vernoemd naar de verzetsmensen die hier rusten, er is de Bote van der Walstraat, de H A Hartholtstraat en de G J Piksenstraat. Lancker heeft in twee plaatsen een straatnaam gekregen, in Hoge Hexel is de Lanckerweg en in Hellendoorn is de A F Lanckerstraat. In Hellendoorn is tevens een straatnaam vernoemd naar Herman Kampman, de Herman Kampmanstraat.
G.J. Piksenstraat Nijverdal
Tijdens een grote razzia in Salland komt op 14 oktober 1944 de 27 jarige Gerrit Jan Piksen om het leven. 's Morgens had Gerrit Jan twee geallieerde piloten en een Russische krijgsgevangene helpen onderduiken. Gerrit Jan werd kort daarna door de Duitsers gearresteerd en verhoord. Na zwaar mishandeld te zijn geweest werd Gerrit Jan in de Bathemerweg in de buurt van Haarle geliquideerd. Drie dagen later werd hij in het verzamelgraf begraven op deze begraafplaats.
Bote van der Walstraat Nijverdal
Op 12 augustus 1944 werd de Britse piloot Gerald Hood boven Nijverdal neergeschoten door de Duitsers. Hood werd door de eerder genoemde Gerrit Jan Piksen aan de familie Van der Wal overgedragen die zorgden voor het onderdak van de piloot. Op de avond van 13 maart 1945 werden Gerald Hood en het verzetslid Bote van der Wal opgepakt door de Grüne Polizei. Ze waren verraden door een buurvrouw, die vertelde de Duitsers dat ze een Britse piloot in huis hadden. Van der Wal en Hood werden naar de gevangenis van Almelo gebracht en verhoord door Hauptsturmführer Sandrock. Op 24 maart werden van der Wal en Hood door de SD'er Schweinberger op het landgoed de Vloedbelt bij Zenderen gedood door een nekschot. Beide mannen werden bij de Vloedbelt begraven, Gerald Hood werd later herbegraven op de algemene begraafplaats in Almelo en Bote van der Wal werd herbegraven in het verzamelgraf op deze begraafplaats.
H.A. Hartholtstraat Nijverdal
Henk werd geboren op 25 januari 1923 in Hellendoorn, aan het begin van de oorlog was hij als student in de rechten woonachtig in Nijverdal. Henk verzette zich sterk tegen de Duitse bezetter en was hierdoor genoodzaakt om onder te duiken. Zoals vele onderduikers sloot Henk zich aan bij het verzet. Hij belandde bij een knokploeg in Nijverdal waarmee hij verschillende verzetsacties uitvoerde. Op 30 november 1944 was hij aanwezig in een huis waar tevens een grote buit verborgen lag van een overval op de Nederlandse Bank in Almelo. Het huis werd door de Duitsers overvallen en Henk werd gearresteerd. Na een maand verhoor en gevangenschap werd hij naar Duitsland overgebracht, waar hij in zeer korte tijd wist te ontsnappen. Hij werd echter vrij snel weer opgepakt en opnieuw gevangen gezet door de Gestapo. Vanuit deze gevangenis werd hij overgebracht naar een strafkamp in de buurt van Dortmund. Wonder boven wonder wist hij ook hier weer te ontsnappen en met hulp van diverse Duitsers terug te keren naar Nijverdal. Vanuit Meppel werd hij overgeplaatst naar een verzetsgroep in Meppel waar hij na korte tijd in de nacht van 26 op 27 februari 1945 weer werd opgepakt door de Duitsers. Een ruime maand later werd Henk met enkele andere verzetsstrijders gefusilleerd op de weg van Meppel naar Staphorst. Hij werd op 16 mei 1945 herbegraven op deze begraafplaats in Hellendoorn.
(met dank aan: Hans Hartholt)
Herman Kampmanstraat Hellendoorn Op 29 maart 1945 werd verzetslid Herman Kampman samen met nog negen andere mannen gefusilleerd in Wierden. Hij werd verraden door de Amsterdamse NSB'er Sera de Croon. Over het leven en de dood van Herman Kampman is een boek geschreven, het heet 'De kogel is er eerder dan de knal'. Herman is begraven in het verzamelgraf op deze begraafplaats.
A.F. Lanckerstraat Hellendoorn Albert Ferdinand Lancker was in mei 1940, tijdens het uitbreken van de oorlog in Nederland commandant van het 41e Regiment Infanterie. Na de capitulatie van Nederland werd Lancker gevangen genomen door de Duitsers. Hij kwam in juni van dat jaar weer vrij. Enkele maanden later begon het verzet, hij sloot zich aan bij de Ordedienst (OD) en werd al snel gezocht door de SD. Lancker dook onder bij diverse verschillende adressen in Den Haag en Hellendoorn. Aan het einde van 1942 had Lancker een illegale verzetsorganisatie opgebouwd. Hij had erg veel aanvoer van nieuwe verzetsmensen door het gunstige feit dat er veel jonge mannen onderdoken om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen, deze jongens meldden zich graag bij het verzet. Vanaf die tijd tot eind 1944 was Lancker erg actief in het verzet, hij regelde sabotages, landingen van agenten, wapens, aanslagen en verstrekte veel informatie aan de geallieerden. In 1944 was Lancker een van de grotere leiders in het verzet, hij werd commandant van de BS (Binnenlandse Strijdkrachten) District Salland. Voor de meesten was hij onbekend, hij gaf achter de schermen opdrachten aan lagere commandanten in het verzet. Op 11 februari 1945 kwam Lancker aan bij het hoofdkwartier van de BS Salland; het huis van Nieuwboer in Hoge Hexel. Vier leden van de SD, een Duitser en drie Nederlanders stapten uit een auto, het huis werd doorzocht en drie mannen waaronder Lancker werden verzocht mee te komen naar het SD bureau. Bij het naar buiten lopen schoot Lancker twee SD mannen neer en vluchtte snel weg, hij werd achtervolgd door de twee overgebleven SD-ers die hem twee kogels in zijn rug schoten. Lancker overleed ter plaatse, hij is begraven in het verzamelgraf op deze begraafplaats.
Bron; https://www.tracesofwar.nl/
Gozem Gritterstraat Daarlerveen en Gerhard Nijlandstraat Daarlerveen
Daarlerveen kreeg op 30 november 1944 bezoek van de Sicherheits Dienst (S.D.) De hooiberg van boer Nijland, op de grens van Daarlerveen en Daarle, werd door de S.D. uit elkaar getrokken en daar werd ruim 46 miljoen gulden aangetroffen. Dat was de buit van de grootste overval ooit gepleegd op een bank, namelijk op de Nederlandsche Bank aan de Wierdensestraat in Almelo. Het geld van de door verzetslieden gepleegde overval was bestemd voor het levensonderhoud van ondergedoken spoorweglieden. De Duitsers arresteerden zoon Gerhard Nijland (1921-1945), die gedwongen werd de plek aan te wijzen waar het geld was verstopt. Gozem Gritter (1924 - 1945) werd na het verraad, samen met zijn vader Evert Gritter en Jan Bolks, opgepakt op z'n thuisadres en vervoerd naar Arnhem. Vader Gritter en Jan Bolks keerden terug in Daarlerveen, zonder Gozem Gritter. Hij werd later overgeplaatst naar Amersfoort, maar weigerde voor de Duisters te werken. Gozem Gritter wilde niet naar Daarlerveen terugkeren uit angst dat er wat met de anderen zou gebeuren uit represailleoverwegingen. In januari 1945 is de 21-jarige Gozem Gritter in kamp "Neuengamme" in Duitsland gestorven. Een straat in Daarlerveen herinnert aan deze gevallene.
Wicher Wuitestraat - Daarlerveen
Wicher (1986- 1944) haalde (op 29-11-1944) melk en haver op, bij Herman Dekker. Deze Herman woonde in het huis, ten noorden van de huidige Hervormde Kerk, daar waar nu Stiena Webbink woont. Ter hoogte van het huidige adres Brugstraat 42 woonde toen Jan Berger. Wicher fietste in de namiddag terug naar huis toen een vliegtuig een aanval/beschieting uitvoerde op een schip in het kanaal. Jan Berger waarschuwde Wicher om te gaan schuilen, maar het antwoord was “Heij raakt mej nie”. En Wicher fietste verder. Maar….bij de Nonkeswijk, daar waar aannemer Nijmeijer woonde, werd Wicher toch door kogels geraakt. Het letsel was zo groot, dat hij ter plekke stierf. Henk en Jansen Nijmeijer legden hem op een ladder en brachten, met behulp van een kar, de overledene naar huis. Ook het dak van de woning van de familie Nijmeijer raakte beschadigd door kogel inslagen.
De naam van Wicher Wuite staat nu op het oorlogsmonument in Daarlerveen.
Gerrit Jan kerkdijkweg - Daarlerveen 1918 - 1945 GEDOOD OP DE RAND VAN BEVRIJDING.
5 april 1945 kwamen onze bevrijders uit Canada vanuit Almelo richting Vriezenveen en Westerhaar. De Duitse soldaten gingen alle bruggen over het kanaal opblazen met dynamiet. Ze hoopten zo de Canadezen tegen te houden. De mensen van het verzet probeerden het opblazen van de Tonnendijkbrug te voorkomen. Ze waren bewapend met stenguns. Die waren in Stegeren door vliegtuigen ‘gedropt’. Ze schoten met hun mitrailleurs op de Duitsers om ze bij de brug weg te houden. Toch wisten de Duitse soldaten de springlading met een geweerschot tot ontploffing te brengen. Gerrit Jan Kerkdijk woonde in Daarlerveen maar was aangesloten bij de verzetsgroep van Vroomshoop. Hij was ook in het bezit van een stengun. Hij wist dat de Puntbrug met dynamiet ondermijnd was. Hij wilde dit melden aan de Canadezen die over de Tonnendijk richting Vroomshoop kwamen. Hij ging over de schollenbrug naar de overkant van het kanaal. Bij café Radstaak werd hij nog gewaarschuwd dat er Duitse schutters waren. Hij wilde achter de huizen van de Oranjestraat langs richting Tonnendijk gaan. Hij moest daarbij de waterleiding passeren. Toen merkten de Duitse soldaten hem op en werd hij dodelijk getroffen door geweervuur. De Duitse soldaten waren erg kwaad en dreven Vroomshoopse burgers uit hun huizen. Ze werden bij het Zwolse Kanaal verzameld en iedereen dacht dat ze uit wraak doorgeschoten zouden worden. De Canadese bevrijders kwamen op dat moment via de Tonnendijk richting Vroomshoop. De Duitsers hebben gelukkig hun plan niet uitgevoerd. Ze hebben zich terug getrokken.
Hans ten Brugstraat Hellendoorn
Zoon van de hoofdonderwijzer van de School met de Bijbel in Hulsen, die tot de topfiguren van het verzet behoorde. Eerst was hij leerling van het Christelijk Lyceum in Almelo en daarna van de H.B.S. in Leeuwarden, waar hij steeds meer bij het verzet betrokken raakte, met name bij de pilotenhulp. Bij het Wehrmachtsheim in Leeuwarden haalde hij alle fietsen van de Duitsers weg en stelde deze ter beschikking van het verzet. Al in 1942 hadden de Duitsers een beloning van fl.2000,- op zijn hoofd uitstaan wegens het laten ontsporen van een trein.
Toen hem de grond te heet onder de voeten werd ging hij op weg naar Engeland. Hij bereikt Dijon in Frankrijk, waar hij via binnenwegen probeerde de Zwitserse grens te passeren. Dit lukte echter niet en hij kwam terecht in een kamp van de Franse Maquis. Dit kamp werd door Franse Vichy gendarmes omsingeld en Hans werd op 11 november 1943 gevangen genomen. Hij was in het bezit van een geladen geweer en werd overgebracht naar Lyon, waar hij door toedoen van de Nederlandse consul een betrekkelijk lichte straf kreeg.
Hij werd veroordeeld tot twee jaar met aftrek van voorarrest in een gevangenkamp. Toen de consul hem daar twee maanden later wilde bezoeken bleek hij te zijn getransporteerd naar een gevangenkamp in Compiégne. Vandaar werd hij doorgestuurd naar Natzweiler en naar Dachau. Uiteindelijk kwam hij op 20 oktober 1944 in het kamp Neuengamme aan waar hij op 9 januari 1945 aan uitputting en ziekte overleed.
Jacob Kapteijnstraat Hellendoorn
“Jacob wordt geboren op 14 augustus 1902 in Aarlanderveen, zoon van Pieter Nicolaas Kapteijn en Cornelia Evertje Treur. Op 2 maart 1928 trouwt hij in Almelo met Trijntje Westra. In 1935 komen Kapteijn en zijn echtgenote vanuit Wierden naar Raalte. De twee nemen hun intrek in de boerderij ‘Zeldenrust’ tegen de grens van Hellendoorn, nabij het sanatorium. Als beroep laat Jacob noteren: landbouwer en veehouder. In 1938 wordt in Almelo een drieling geboren: Cornelia Evertje, Sijke en Trijntje. In 1941 wordt dochter Eefje geboren.
Kapteijn en zijn gezin zijn sterk op Hellendoorn georiënteerd, niet in de laatste plaats door hun geloof. Kapteijn is actief in het verzet. In zijn boerderij vinden onderduikers een veilige schuilplaats. In ‘Zeldenrust’ wordt een zend- en ontvangstinstallatie geplaatst waarmee berichten met Engeland kunnen worden uitgewisseld. In februari 1945 wordt Jacob gearresteerd. Blijkbaar hadden de Duitsers toen al weet van zijn verzetsactiviteiten. Hij wordt gevangengezet in Almelo en van daaruit volgt een overplaatsing naar Doetinchem. Amper een maand voor de bevrijding van Luttenberg wordt Jacob op 8 maart 1945 op de Woeste Hoeve nabij Apeldoorn gefusilleerd, als represaille voor de aanslag op Hanns Albin Rauter, de hoogste SS-politiebaas van Nederland. Samen met Kapteijn worden daar nog 116 mensen omgebracht.
Stobbelaarweg Hellendoorn (Egede)
Jan Hendrik Stobbelaar heeft tijdens WO l l gevochten op de Grebbenberg. Geboren op. 4-9-1910 En overleden op 9-1-2001. 10 mei 1940 brak de oorlog uit en de Nederlandse troepen hebben zich na 4 dagen overgegeven. Jan Hendrik Stobbelaar is toen afgevoerd als krijgsgevangen naar Luckenwalde. Het concentratiekamp was te klein en in opdracht van Hitler werden de Nederlanders op 13 juni 1940 naar huis gestuurd.
Bron; Henk Voortman
Evert Jan Boschweg Daarle
EJ Bosch was een verzetstrijder in 40/45 .
Mr. Ponsteenlaan Nijverdal
Als hoofd van de christelijke school aan de Grotestraat had Ponsteen regelmatig contact met de autoriteiten, zowel de Nederlandse als de Duitse. Daarnaast was hij voorzitter het bestuur van ’t Gebouw voor Christelijke Belangen. Het bestuur weigerde het verplichte bordje ‘Verboden voor Joden’ op te hangen. Ponsteen toog er zelfs voor naar Arnhem om bij de procureur-generaal mr. W.J. de Rijke zijn argumenten kracht bij te zetten. Ponsteen heeft veel Joden geholpen in de oorlog o.a. door ze onder te laten duiken in zijn woning.
Dalvoordeweg Daarle Dalvoorde is een verbastering van Daarlervoorde, dat wil dus zeggen een doorwaadbare plaats (voorde) in de Linde bij Daarle. Er was een erf Dalvoorde, waar de mensen met die naam wel op een of andere manier verband mee houden. Maar er was dus oorspronkelijk geen meneer of mevrouw Dalvoorde, het was een veldnaam. Bron; DW
Meester Werkmanstraat Hellendoorn
Na de opheffing van de marken in de 19e eeuw werd de naam Hulzen verbonden aan het gebied Overwater. In 1901 werd hier een openbare school(school van meester Werkman) gesticht. Deze brandde in 1921 af. Het pand van Bakker Voortman was voorheen eigendom van “Meester Werkman”. Deze “Meester Werkman” was destijds de meester van de plaatselijke basisschool. Later is dan ook de straat vernoemd naar “Meester Werkman”.
Gerhardboschstraat Hellendoorn
1912 - 1945 Geboren in Hellendoorn. Verzetsstrijder WO II. betrokken bij het verzet door o.a. de illegale pers. Werd per trein vervoerd vanaf Doetinchem naar Kamp Neuengamme waar hij 24 april 1945 om het leven is gebracht.
Dokter ter Borgstraat Hellendoorn
Huisarts Hellendoorn. Met de Ter Borgstraat worden twee huisartsen geëerd: Namelijk Pieter en Rein ter Borg.
Wemekampsstraat Hellendoorn
Komt van boerenerf uit de 17e eeuw (1682) dat stond op de plek waar nu de autogarage zit aan de kluversweg.
Hofmanstraat Hellendoorn
Vernoemd naar boerderij Erve Hofman. Nu museumboerderij. Staat op de hoek Reggeweg/ Hofmanstraat.
Willem de Clercqstraat Nijverdal
1795-1844 : Auteur, dichter en Bankier. Als directeur van de NHM heeft Willem de Clercq veel invloed gehad op het ontstaan van de textielindustrie in Twente. Hij werd beïnvloed door Thomas Ainsworth, betrokken bij het ontstaan van het dorp Nijverdal.
Bibenstraat Hellendoorn
In de tweede helft van de negentiende eeuw was de ongetrouwde Johanna Helena Biben uit Amsterdam regelmatig te gast bij de Voordam. Ze raakte zeer gehecht aan het oude dorp en ergerde zich aan de slechte staat van de wegen. Zij schonk daarom in 1878 een royaal bedrag om de weg naar de Voordam te verharden: het werd de Bibenstraat.
Kuperserf Nijverdal
Vernoemd daar bewoners van een boerderij die vroeger in deze omgeving stond.
Laarmanweg Haarle
De heer Laarman was jarenlang onderwijzer aan de school in Haarle en Mej. Laarman was in Haarle lange tijd kantoorhoudster bij de P.T.T.
Imminkservestraat Hellendoorn
Ter herinnering aan het Imminkserve waar nu de R.K. kerk staat en de pastorie. Het oude Imminkserve is genoemd naar de emiritus predikant Immink, die behoorde tot een wijdvertakte predikantenfamilie met die naam, afkomstig uit Borculo
G. van Muelenweg Nijverdal
Godfried van der Muelen Geb. 1897 in Almelo. fabrikant, directeur van de Stoomspinnerij te Nijderdal, directeur Koninklijke Stoomweverij te Nijverdal en van H. ten Cate Hzn. en Co
Hofstedekampweg Hellendoorn
Vernoemd naar kamp (afgrenst weiland met hek) van boerenerf Hofstede. Deze boerderij stond op de plek van apotheek Schotman stond (nu appartement) aan de Dorpsstraat hoek Raadhuisstraat in Hellendoorn. Was een van de grootste boerderijen van Hellendoorn.
Spijkerweg Nijverdal
In 1868 betrekt Spijker het pand, waar de winkelier Hogeveen zijn winkel had, schuin tegenover het Hoge Dijkje. (Later Roddeman van de Berg) en richt het in tot logement Cafe. Zijn schoonzoon Egbert Teeselink (''Spieker Eppie'') getrouwd met zijn dochter Hendrikje Spijker zet de oude affaire voort. In 1882 bouwde Hilbert Spijker zijn ''stations koffiehuis''.
H. Limbeekstraat Nijverdal
1919-1944 Hendrikus Limbeek - verzetsstrijder WO II
Tiemen de Jongestraat Nijverdal
1888-1948 Tiemen de Jonge Verzetstrijder WOII
Karin Kuipersplein Nijverdal
Karin Kuipers was gedurende haar carrière record-international met 250 A-interlands. Zij werd meerdere malen uitgeroepen tot beste speelster van de wereld. Ze is erelid van zwem- en polovereniging Het Ravijn uit Nijverdal, waar ze vanaf haar 14e in het eerste damesteam speelde. Hoewel ze tussentijds moeder werd van een zoon en een dochter, speelde ze tot mei 2011 in de eredivisie van het waterpolo en maakte daarmee 25 jaar vol in de hoofdmacht van deze club. In haar hele carrière scoorde ze zo'n 3000 maal, verdeeld over een slordige duizend wedstrijden. Kuipers speelde op 3 juli 2011 haar laatste (afscheids)wedstrijd tussen oud-Ravijnspeelsters en oud-internationals. Vanwege haar grote verdiensten voor het Nederlands waterpolo, zowel op clubniveau als ook in diverse nationale selecties, werd ze op 29 april 2011 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, ontving ze tijdens haar afscheid de erepenning van de gemeente Hellendoorn en werd het plein voor het nieuwe zwembad omgedoopt tot Karin Kuipersplein. Op 14 juni 2014 werd Karin Kuipers als 15e Nederlander opgenomen in de International Swimming Hall of Fame. Hiermee werd ze de derde waterpoloster ooit en eerste Nederlandse waterpoloster die deze eer te beurt viel.
De Joncheerelaan Nijverdal Jacobus Catharinus de Joncheere.
1896-1914 : Burgemeester HELLENDOORN
Bouwmeesterstraat Nijverdal (2 Burgermeesters)
Johannes Conradus Bouwmeester.
1831-1838 : Burgermeester Hellendoorn
mr. Johannes van der Plas Bouwmeester
1818-1831 : Burgermeester Hellendoorn
Ninaberlaan Hellendoorn
Adrianus Johannes Ninaber.
1875-1896 : Burgermeester Hellendoorn
Schaepmanstraat Nijverdal
Theodorus Everhardus Johannes Schaepman
1838-1844 : Burgermeester Hellendoorn
Cambellweg Nijverdal
Robbert Campbell
1844-1875 : Burgermeester Hellendoorn
Van den Steen van Ommerenstraat Nijverdal
mr.dr. Leonard Cornelis van den Steen van Ommeren.
1925-1937 : Burgermeester Hellendoorn
Van Limburg Stirumstraat Nijverdal
Henri François Marie Elisa graaf van Limburg Stirum.
1914 - 1924 : Burgermeester Hellendoorn
De Meyboomstraat
Hendrik Jan Meijboom.
1924-1925 : Burgermeester Hellendoorn
Salomonsonstraat Nijverdal
In 1816 begonnen twee broers, Godfried en Hein Salomonson in Almelo een handelsfirma in katoen. Door goede contacten met familie in Engeland waren zij al snel op de hoogte van de revolutionaire ontwikkelingen die daar gaande waren. In 1851 kochten ze daarom een leegstaande fabriek in het pas gestichte dorp Nijverdal, braken die af en lieten een moderne fabriek bouwen. Daarin kwamen een stoommachine en tien weefgetouwen, geïmporteerd uit Engeland. Dat was een belangrijke primeur. Bij de opening in 1852 kregen ze al gelijk van koning Willem III het predicaat ‘koninklijk’ mee. Het was een doorslaand succes: het bedrijf groeide razendsnel en produceerde vooral voor de grote koloniale Indische markt. Slechts twee jaar later zijn er al 360 getouwen. In 1889 kwam er een eigen blekerij bij en in 1929 ook nog een eigen stoomspinnerij. Zowel in de negentiende als een groot deel van de twintigste eeuw behoorde het bedrijf tot de top-100 van grootste industriële ondernemingen in Nederland. Een groot deel van de bevolking van Nijverdal werkte bij – wat sinds 1872 heette – de Koninklijke Stoomweverij (KSW). De band van ‘’n oalen heer’ Godfried Salomonson(zoon van Hein Salomonson) met zijn arbeiders was patriarchaal: hij beschouwde zichzelf als een vader die voor hen moest zorgen. De arbeidsomstandigheden waren daardoor, voor die tijd, redelijk gunstig.
Pastoor Rientjesstraat Hellendoorn
A.E. Rientjes (1881-1961)
Antonius Egbertus Rientjes werd geboren te Heino (Ov.) op 12 augustus 1881. Hij werd tot priester gewijd in 1906 en was achtereenvolgens kapelaan te Jutfaas en Utrecht. In 1923 werd hij pastoor te Hellendoorn en van 1929 tot 1954 was hij pastoor te Maarssen. Als bevlogen historicus schreef hij diverse artikelen en boeken over de geschiedenis van de gemeente Hellendoorn. Veel daarvan werd gepubliceerd in wetenschappelijke of kerkelijke tijdschriften. Zijn meer populaire werken verschenen eerst als afleveringen in het Overijsselsch dagblad of het Twentsch Volksblad en daarna als boek. In 1935 verscheen van zijn hand het zeldzame boek “Op wandel in en om het oude dorp Hellendoorn”. Daarnaast schreef hij over andere onderwerpen uit de regionale geschiedenis van Overijssel en Utrecht. Hij was kanunnik van het Metropolitaan kapittel en Geheim Kamerheer van de paus.
Dinand Webbink schreef een biografie over pastoor Rientjes.
A.E. Rientjes overleed op 31 december 1961.
Johanna van Burenlaan Hellendoorn
Johanna van Buren werd geboren in een timmermansgezin. In 1883 overleed haar vader en leefde Johanna met haar broer en haar moeder. Niets deed aanvankelijk vermoeden, dat ze bekendheid zou verwerven als dichteres. Van 1900 tot 1919 werkte ze als thuisnaaister in haar dorp en leidde ook meisjes op voor dat beroep. Na het overlijden van haar moeder ging ze op het postkantoor werken. Pas in 1927, op haar zesenveertigste, begon ze gedichten te publiceren. Tot 1961 schreef ze wekelijks in de bijlage van het Dagblad van het Oosten (het Twents Zondagsblad) een gedicht, of zoals ze dat zelf noemde een “leedtien”. Vanaf dat moment schreef ze voor een “groot” publiek van wel zo’n honderdduizend lezers. Ze werd immens populair bij de lezers en wekelijks greep men naar de krant voor het gedicht van Johanna. geboren; Hellendoorn, 20 december 1881. Overleden Ommen, 17 januari 1962)
Hendrik Wormserplein Nijverdal
Geb.10 februari 1810. Kwam in 1835 als boekhouder in dienst bij de Ned. Handel.mij in de plaats die het jaar erop Nijverdal genoemd zou worden. Heeft veel betekent voor de Ned. Herv. Kerk.
Jacob van Houtestraat Nijverdal
In 1866 vestigde deze jonge, vurige evangelist zich in Hellendoorn en maakte daar als prediker een grote opgang. het kerkje van de zendingsgemeente, gebouwd in 1873 stond ongeveer op de zelfde plaats als de tegenwoordige Gerf. Kerk
Groen van Prinstererstraat Nijverdal
Evangelist die er mede voor heeft gezorgd dat het christelijk onderwijs in de eerste helft van de vorige eeuw steeds meer vorm begon aan te nemen.
Arend Stegemanweg Nijverdal
1791 - 1810 Arent Stegeman was de eerste onderwijsman in onze woonplaats. Schoolmeester te Noetsele. Zoon van Harm Dakhorst en Jenneken Maatman. Dakhorst(of Stegeman) moet een huisnaam zijn geweest anders is het moeilijk te verklaren dat voor vader en zoon verschillende familienamen worden opgegeven.
Slotmansweg Nijverdal
De boerderij Slotman lag vroeger vrijwel tegenover de uitmonding van deze weg aan de andere zijde van de van de Noetselerbergweg. De oude eiken in de weide wijzen nog op de plaats waar deze Boerderij (familie Slotman) heeft gestaan.
G.H. Kappertstraat Nijverdal
Was raadslid voor een christelijke partij en woonde in Hulsen. Hij liet bij testament 1000 gulden na aan de hervormde gemeente. Dat was in de dertiger jaren een heel bedrag. Waarmee hij dat geld verdiend had is niet bekend.
Noetsele lll
Voor de handhaving van de geschiedenis van het oude Noetsele verdient het aanbeveling voor deze straatnaam- geving historische namen te gebruiken. Het gaat om vier namen van eeuwenoude ''gewaarde'' erven in het centrum van de buurtschap Noetsele. Lentzinckserve, Tiesselinckserve De Croese en Saesbrinckserve allen in Nijverdal
Van Ittersumweg Nijverdal
Het geslacht van Ittersum van Oosterhof bij Rijssen bekleedde eeuwenlang het erfmarkenrichterschap van de marke Noetsel
Van Corbachstraat Hellendoorn
Het koster-school-meester geslacht van Corbach heeft in de periode van 1722 tot 1840 de jeugd lees-en schrijfkunst heeft bijgebracht in de marke Hellendoorn
Mensinkweg Nijverdal
'het erve Mensink daar nu Jan Mentzinck op woont'. Het erf Mensink lag op de hoek van de Noetselerweg en de Wolterskampweg. Dat is wel een heel eind van de Mensinkweg vandaan, maar op oude kaarten is te zien dat de weg (die nu Mensinkweg heet) nog een heel eind doorliep
Cornelis Kuyperweg Nijverdal
Zaanse koopman die tevens Erfmarken richter van de Marke Noetsele was (1835). Bovendien is hij de onmisbare schakel in de ontwikkeling van Nijverdal. Hij was het die de fabriek van Thomas Ainswordth overnam. Bij zijn overlijden kwam de fabriek in handen van de Salomonsons.
Grondmanserve Nijverdal
Vernoemd naar de familie Grondman die in dit gebied woonachtig was.
Slettenhaarsweide Nijverdal
Vernoemd naar de familie Slettenhaar die in dit gebied woonachtig was en eigenaar van een ''grote lap'' grond met weilanden.
Pastoor Langedijkstraat Haarle
Pastoor Feike Langedijk, geboren 25 oktober 1862 te Tjerkwerd was van 27 mei tot tot zijn overlijden op 28 juli 1935 Pastoor in Haarle.
ATL Hasselbachstraat Haarle
Hasselbach was pastoor in Haarle tijdens Wereldoorlog II. Hij noemde in zijn preek de Duitsers gewetenloze indringers. De overheden drongen er bij de Pastoor op aan dat hij zijn woorden terug zou nemen, anders wilden ze hem arresteren.
Meester Kwantenstraat Haarle.
Michiel Marin Kwanten, geboren 9 mei 1869 te Horst, was van 19 juni 1908 tot 15 september 1922 hoofd van de toenmalig O.L. school te Haarle
Wolterinksweg Haarle
Een zeer oud geslacht in de geschiedenis van Haarle.
Schipperstunnel Nijverdal
Vernoemd naar de familie Schippers. Tunnel loopt onder de Boersingel door.
Keizersweg Nijverdal
Deze weg is genoemd naar Hermannus Keizer.
Deze woonde eerst Lage Esweg 12, daarna in de nieuwe boerderij aan de Lage Esweg 14 te Nijverdal.
De weg is naar Hermannus Keizer genoemd op voorstel van meester Andries Ponsteen, wegens de vele verdiensten die hij heeft gedaan voor de gemeente Hellendoorn en zijn inwoners. Ds. Müller, VEG Nijverdal, was mede initiatiefnemer bij het voorstel tot de benoeming van de Keizersweg.
Hermannus Keizer is geboren: 24-3-1874 en overleden 30-5-1928. Bron; Herman Keizer
Vernoemd naar een boerenerf (erve) of boerderij die op die plaats stond of waar de weg naar toe leidde. Vaak ook de familienaam
Bentertsweg Nijverdal
Slotmansweg Nijverdal
Bonteweg Nijverdal
Banninksweg Nijverdal
Raamsweg Haarle
Wittebroeksweg Haarle
Kappertsweg Nijverdal
Storkstraat Nijverdal
Vernoemd naar Charles T Stork. Verwijst naar de textielindustrie in Nijverdal
Borgonjenmoat Haarle
Vernoemd naar Johannes Borgonjen - landbouwer. Geb. 7 sept. 1840 in Wilp Overleden; 10 febr. 1923 in Haarle
Vernoemd naar een boerenerf (erve) of boerderij die op die plaats stond of waar de weg naar toe leidde. Vaak ook de familienaam
Wiegerstraat Haarle
Kappertskaamp Haarle
(Jannes Kappert)
Beltmansweg Hellendoorn
Peereboomsweg Hellendoorn
Kluversweg Hellendoorn
Vrugteveensweg Hellendoorn
Rosinckserve Hellendoorn ( 1381/83)
Thomas Ainsworthstraat Nijverdal Thomas Ainsworth, een Engels textieltechnicus en grondlegger van de katoenindustrie in Twente, vestigde zich op de Eversberg waar hij woonde en kantoor hield. Ook werd er een textielschool gesticht die later naar het aan de overkant van de rivier Regge gelegen Noetsele verhuisde. In 1836 werd aan de Regge een fabriek en magazijn gevestigd en van daaruit is het dorp Nijverdal ontstaan. Ainsworth overleed in 1841 op de Eversberg.
Baron van Sternbachlaan Nijverdal De Eversberg werd sinds 1766 niet meer bewoond door de familie van Heerdt tot Eversberg en werd waarschijnlijk verhuurd. Omstreeks 1825 kwam er een nieuwe bewoner op het landgoed, baron Johannes Frederik van Sternbach geboren te Vaals in 1780. Hij trouwde in 1825 met Petronella Dubbeldemuts van Dijkck. Zij namen intrek in het op het landgoed gelegen spieker Dijkhuis. Hoogstwaarschijnlijk was het Dijkhuis een zomerverblijf van de familie van Heerdt tot Eversberg. Over baron van Sternbach zijn een aantal eigenaardigheden bekend, zo was hij jeneverstoker, waarnemend markenrichter van Noetsele, landbouwer en hij hield zich bezig met kunstmest. Bijzonder te vermelden is dat het kunstmesttijdperk rond 1825-1830 nog niet was aangebroken. Waarschijnlijk ging het om het gebruik van beendermeel dat overbleef uit de lijmkokerij. Baron van Sternbach overleed in 1835 op het Dijkhuis, zijn vrouw Petronella overleed “in volslagen armoede” in 1850 te Ootmarsum. Ze werden samen begraven in een grafkelder op het oude kerkhof van Hellendoorn.
Van Heerdtweg Nijverdal Rond 1615 kreeg Adam van Heerdt en zijn vrouw Cornelia van Coeverden tot Rhaen het goed (De Eversberg) in het bezit. Cornelia was een dochter van Gosen van Coeverden de heer van havezate Rhaan in de buurtschap Rhaan nabij Hellendoorn. Van Adam van Heerdt wordt gezegd dat hij de Eversberg heeft gebouwd. In 1613 wordt hij voor het eerst toegelaten tot de Overijsselse Ridderschap. De Eversberg mag dan een havezate worden genoemd. Sinds 1619 maakte hij deel uit van de Gedeputeerde Staten van Overijssel en van 1637 tot 1638 was hij drost van het Drostambt Twente. In 1640 overleed hij en werd begraven in Rijssen. Zijn vrouw overleed 5 jaar eerder in 1635. De Eversberg kwam in bezit van hun enig in leven gebleven zoon Herman van Heerdt. Herman van Heerdt huwde tweemaal: eerst met Everdina van Ittersum en na haar dood in 1651 met Anna van Coeverden van Scherpenzeel. In 1652 werd de Eversberg aangenomen als leengoed van de provincie Overijssel. Een eeuw later en enkele telgen uit het geslacht van Heerdt verder kwam de Eversberg in het bezit van Thimon Cornelis van Heerdt tot Eversberg hij werd in 1786 toegelaten tot de Overijsselse Ridderschap en beleend met de Eversberg. Hij was opperstalmeester van stadhouder Willem V van Oranje-Nassau. Later werd Thimon in de periode 1801-1806 hofmaarschalk op Slot Oranienstein in Diez. Ook maakte hij de Spaanse veldtochten onder leiding Arthur Wellesley, 1e hertog van Wellington mee in de strijd tegen Napoleon Bonaparte. In 1815 verhief de koning hem tot graaf. Na het herstel van de monarchie in Nederland werd Thimon van Heert tot Eversberg lid van de commissie tot ontwerp van de Nederlandse Grondwet. Tot 1824 nam hij zitting in de Tweede Kamer. Daarna nam hij tot aan zijn dood in 1844 zitting in de Eerste Kamer. De Eversberg werd sinds 1766 niet meer bewoond door de familie van Heerdt tot Eversberg en werd waarschijnlijk verhuurd. Bron;Wikipedia
Samuelstraat Nijverdal
De familie Samuel behoorde voor de Tweede Wereldoorlog tot de plaatselijke notabelen. Vader David Samuel had een winkel op de plaats waar nu de Hema is. Voorheen, en ook vlak voor en tijdens de oorlog, woonden zij in het pand, waar later Cafe Lambik in zat. Hij stond aan de wieg van de Nijverdalse VVV. Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef hij zich inzetten voor Nijverdal, al moet hem dat veel moeite hebben gekost. Want de mensen aan wie hij zijn bezittingen had toevertrouwd, gaven na de oorlog niet thuis en draaiden hem de rug toe. Toen hij er lucht van kreeg dat de nazi's alle Joden wilden ombrengen wist hij zijn familie niet te overtuigen van de noodzaak 'te duiken'. "Wij zijn toch nette mensen, ons pakken ze niet". 28 leden van de familie Samuel keerden niet terug uit de oorlog. David en zijn vrouw Betje doken wel onder maar werden gescheiden van hun twee dochters Wiesje en Nannie. Allen raakte ze getraumatiseerd en konden het verdriet niet met elkaar delen.
Het bekendste bospad van Nijverdal, dat lange tijd naamloos was, heeft nu officieel de naam Dokter Moquettelaan gekregen. Deze laan, die leidt naar Huize Duivecate, stond in de volksmond al bekend als het Laantje van Moquette. Dit pad is vernoemd naar de geliefde huisarts Frederic Jules Pierre Moquette, die jarenlang in het landhuis aan de Duivecatelaan woonde.
Dokter Moquette, die in 1931 overleed, was een zeer gewaardeerde figuur in Nijverdal. Zijn populariteit blijkt uit het feit dat dankbare patiënten en vrienden al een jaar na zijn dood een monument voor hem onthulden op de hoek van de Van Limburg Stirumstraat en de Oranjestraat. Het bosgebied rondom zijn woning staat bekend als het Doktersbos.
De onverharde oprijlaan naar Huize Duivecate wordt omzoomd door hoge eiken en weelderige rododendrons. Deze laan loopt tussen de De Joncheerelaan en de Duivecatelaan en wordt tegenwoordig doorsneden door de Meester Ponsteenlaan. Hierdoor ligt een klein deel van de laan binnen de bebouwde kom, terwijl het grootste deel erbuiten ligt. Bron; Tubantia 04-03-2024